Nog niet iedereen weet wat hoogsensitiviteit is. Lange tijd was het de vraag of hoogsensitiviteit eigenlijk wel bestaat. In de wetenschap was er tot voor kort weinig over te vinden. Sinds een aantal jaren krijgt hoogsensitiviteit meer aandacht in de wetenschap. In dit artikel beschrijven we de uitkomsten van een wetenschappelijke interviewstudie met hoogsensitieve volwassenen.
Tekst: Corina Greven, Anouke Bakx en Sharell Bas
Interviews met hoogsensitieve volwassenen
In wetenschappelijk onderzoek spreekt men over sensory processing sensitivity (SPS). Deze gevoeligheid wordt als een continue eigenschap beschouwd. Dat wil zeggen dat de meeste mensen een gemiddelde gevoeligheid hebben, sommigen wat minder en anderen hebben een hoge gevoeligheid. Je zou kunnen zeggen dat ongeveer 1 op de 5 mensen hooggevoelig ofwel hoogsensitief is. We gebruiken beide termen om dezelfde eigenschap te beschrijven (SPS). In ons onderzoek hebben we gesproken met 26 hoogsensitieve volwassenen. Het waren mooie, rijke gesprekken waarin veel is gedeeld.
De gesprekken gingen over het beschrijven van hoogsensitiviteit: ‘Wat is het volgens jou?’ en ‘Hoe ervaar je het om hoogsensitief te zijn?’. Ook hebben we gevraagd naar het omgaan met hoogsensitiviteit en hoe mensen erachter kwamen dat ze hoogsensitief zijn. We hebben hierbij de wetenschappelijke standaarden voor kwalitatief onderzoek gevolgd.
Selectie van deelnemers
Bij wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat de groep die bevraagd wordt een goede afspiegeling is van de ‘hele groep’. In ons geval zochten we naar hoogsensitieve volwassenen: mannen, vrouwen, verschillende leeftijden variërend tussen de 25 en 50 jaar en verschillend qua opleiding.
We hebben via social media verschillende oproepen gedaan om mee te werken aan het onderzoek. Dankzij de stichting HSP Punt, Hooggevoelig heel gewoon en Hoogsensitief.nl is er veel bekendheid gegeven aan het onderzoek. Veel mensen waren bereid om mee te werken! Maar liefst 494 mensen hadden zich aangemeld voor het onderzoek.
In totaal zijn er 35 mensen uitgenodigd voor een interview. Uiteindelijk hebben we 26 mensen geïnterviewd, evenveel mannen als vrouwen. Het bleek dat 26 interviews voldoende waren om de onderzoeksvragen te beantwoorden. In de wetenschap heet dat ‘saturatie van de data’, ofwel verzadiging. Dan komen er geen nieuwe onderwerpen meer naar voren in de gesprekken.
De interviews zijn via een vast protocol met vragen afgenomen. Deze interviews duurden gemiddeld vijf kwartier. Het waren persoonlijke gesprekken die mooie inzichten hebben opgeleverd.
HSP’s kunnen beter non-verbaal gedrag zien (en interpreteren) en scherper horen
Thema’s van hoogsensitiviteit
Het eerste deel van het interview ging over hoogsensitiviteit: wat houdt het in volgens jou en welke kenmerken horen erbij? Door te werken met open vragen en door nog verder te vragen naar aanleiding van bepaalde antwoorden, konden de deelnemers alles inbrengen waar ze aan dachten en wat ze wilden delen. Hoogsensitieve mensen zelf weten namelijk het beste wat hoogsensitiviteit voor hen betekent of wat het voor hen inhoudt. We hebben een paar uitspraken uit de interviews opgenomen om een kleine indruk te geven van de gesprekken.
Alle antwoorden bij elkaar leverden zes thema’s op die door de meeste deelnemers werden genoemd. Alle deelnemers vertelden over het thema emotioneel reageren. Dit gaat over zowel positieve als negatieve emoties. Zo kan je als hoogsensitieve persoon wat meer tijd nodig hebben om emoties te verwerken en een plekje te geven.
“(…) Er waren allemaal optredens, maar blijkbaar zat er in het publiek ook een koor verspreid. En die gingen ineens zomaar allemaal staan en ineens allemaal zingen, bloedmooi. Nou echt, ik stond echt te huilen bij de ingang, zo mooi vond ik dat. Dan denk ik: wauw, wat gebeurt hier? Dat was echt prachtig, ja.”
Een thema dat iets minder vaak in de wetenschappelijke literatuur over hoogsensitiviteit beschreven wordt, maar dat in de interviews veel genoemd werd, is het thema relaties met anderen. Dit gaat over het opmerken van emoties van anderen, het aandachtig zijn naar anderen toe, emoties en intenties van anderen begrijpen, empathisch handelen en het voelen van verbondenheid met andere mensen.
“(…) Ik hoef de groep maar rond te kijken en ik kan precies zien wie lekker in z’n vel zit of wie ruzie hebben als stel, of waar spanning is.”
Een derde thema dat veel genoemd werd, was
(na)denken. Dit gaat over zorgen maken en piekeren, maar ook over het veel en diep (na)denken en reflecteren. Bij dit thema kwam ook de behoefte aan diepgang en betekenisgeving naar voren.
“(…) Ik kan goed filosoferen, denk ik wel […] Als je over één onderwerp praat dat ik daar graag langer over door wil praten en niet even kort dit en dan weer een ander onderwerp.”
Overstimulatie, ook wel overprikkeling genoemd, is het vierde thema. Hier horen twee aspecten bij: het ene aspect kan gezien worden als ‘een beetje te veel van het goede’. Hiermee bedoelen we overprikkeling door bijvoorbeeld licht of geluid, en ook sociale prikkels zoals drukte op het werk, feestjes of in winkels. Het tweede aspect gaat over wat het met je doet als je overprikkeld raakt: je kunt je concentratie verliezen, je onrustig voelen, afgeleid raken maar ook kun je iets minder aangenaam worden voor je omgeving, doordat je je geïrriteerd en/of boos voelt.
“(…) ik moet echt stilte hebben, anders kan ik me niet focussen.”
Als je veel waarneemt, dan kun je je misschien wat sneller overprikkeld voelen. Dat hangt samen met het vijfde thema, namelijk het waarnemen van details. Bijna alle deelnemers vertelden dat het lijkt alsof ze een doorlatend filter hebben en dat ze meer, intenser en gedetailleerder waarnemen. Zo kun je bijvoorbeeld beter non-verbaal gedrag zien (en interpreteren) of scherper horen.
“Ik denk zonder meer het waarnemen van de wereld in een soort van high definition.”
Toen we alle antwoorden hadden geanalyseerd en in thema’s hadden verdeeld, bleven er nog antwoorden over. Die hebben we samen genomen en aangeduid als globale kenmerken, omdat deze thema’s breder zijn en kunnen samenhangen met meerdere van de eerder genoemde thema’s. Vermoeidheid en stress werden vaak genoemd. Misschien is het een gevolg van het gedetailleerd waarnemen, of van het vaak overprikkeling ervaren. Dat weten we nog niet, daar zou meer onderzoek voor nodig zijn. Zelf en identiteit hebben we ook onder ‘globale kenmerken’ laten vallen. Hoogsensitief zijn raakt namelijk je hele wezen, je ‘zijn’, ofwel je persoonlijke identiteit. Zo gaven deelnemers aan zich anders te voelen dan de meeste anderen. Sommige deelnemers brachten dat voor zichzelf in verband met een wat lager zelfbeeld.
“Hoogsensitiviteit betreft je hele zijn.”
Ook was er een categorie overig. Hierin zaten aspecten die door meerdere mensen genoemd waren, maar iets minder vaak dan de aspecten die hierboven beschreven zijn. In de categorie ‘overig’ zit het volgende: moeilijkheden met werk- of studie(druk), creativiteit en een veelheid aan ideeën, zowel introversie als extraversie, hard werken en perfectionisme, innerlijke ervaringen en een rijkere innerlijke wereld, spiritualiteit, associatief denken, specifieke fysieke sensitiviteit (zoals cafeïne), impulsiviteit, autonomie en in staat zijn om informatie te integreren en conclusies te trekken uit complexe, subtiele details.
Het werkt positief als mensen gezond eten, volgens vaste routine en structuur leven en niet kijken naar het nieuws
Strategieën voor positief welbevinden
Alle deelnemers wisten van zichzelf dat ze hoogsensitief zijn en ze waren er bewust mee bezig. Hierdoor kwam het misschien dat ze allemaal goed konden vertellen over strategieën die zij gebruiken om ervoor te zorgen dat ze zich prettig (blijven) voelen. Iedereen noemde: ervoor zorgen dat je niet te veel prikkels binnen krijgt, bijvoorbeeld door een fijne, rustige omgeving op te zoeken. Wat ook helpt: ontspanning, tijd om alleen te zijn, de batterij weer opladen bijvoorbeeld door in de natuur te wandelen, te slapen of door even niets te doen. Ook zonnebrillen en noise cancelling koptelefoons worden gebruikt om prikkels te verminderen.
Psychologische strategieën werden genoemd zoals het delen van ervaringen met andere (hoogsensitieve) personen en het vinden van begrip. Ook noemden de deelnemers: meditatie, yoga, positiviteit, reflectie en omdenken naar positieve gedachten. Het werkt positief als mensen autonomie ervaren, in het werk bijvoorbeeld, gezond eten, volgens vaste routine en structuur leven en niet kijken naar nieuws of geweld in de media.
Wat het beste werkt, verschilt per persoon. Sommige deelnemers waren nog op zoek naar wat het beste werkt voor hen en waar ze zich het meest prettig bij voelen. Aan het einde van de serie interviews bleek dat er over het algemeen een positief beeld over hoogsensitiviteit bij de deelnemers bestaat, al ervaarden enkelen hun hoogsensitiviteit als negatief. De meeste mensen kwamen er tijdens een moeilijke periode in hun leven achter dat ze hoogsensitief zijn. Veel deelnemers gaven aan dat het erg hielp dat ze erachter kwamen dat ze hoogsensitief waren. Dit hielp hen om sommige dingen anders te kunnen doen, wat een positieve invloed had op hun welbevinden. Dit laat zien hoe belangrijk het is om kennis te verwerven over hoogsensitiviteit en deze kennis te delen. Zo kan de bewustwording hierover toenemen.
In memoriam
Tijdens de projectperiode is onze collega-onderzoeker, Mariëtte Kaandorp, onverwachts, op de veel te jonge leeftijd van 35 jaar overleden. Zij heeft een grote bijdrage geleverd aan het onderzoek en ze wordt erg gemist.
Over de auteurs
Anouke Bakx is bijzonder hoogleraar begaafdheid aan de Radboud Universiteit en lector ‘Goed leraarschap, goed leiderschap’ bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie.
Corina Greven is hoogleraar in ‘Environmental Sensitivity in Health’ aan het Radboud University Medical Centre Nijmegen, en ook verbonden aan Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Sharell Bas was uitvoerend onderzoeker op dit project. Momenteel is zij werkzaam als promovendus aan het Radboud University Medical Centre Nijmegen op het onderwerp Verwijzing ‘op maat’ in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.
Lees ook het persoonlijke interview met hoogleraar Anouke Bakx over hoogsensitiviteit.
Meer lezen?
Voor mij viel alles op zijn plek na het lezen van een artikel over HSP, wat destijds net door Elaine Aaron was benoemd.
Dat was ongeveer 20 jaar geleden en ik was 54 jaar! De eerste stap naar het ontdekken van mijn identiteit en mezelf accepteren, maar vooral leren omgaan met mijn “eigenaardigheden” en gemoedstoestanden! Alle beschreven en benoemde kenmerken heb ik in ruime mate en ondanks, dat ik mijn hooggevoelige karakter koester als iets kostbaars in deze maatschappij ben ik er niet altijd blij mee en ervaar ik het als een “last”!!
Het zorgt vaak voor onrust en verdrietige gevoelens in deze maatschappij vooral door het gevoel van MACHTELOOSHEID.
Ik hoop, dat de mensen met HSP meer erkend worden en dat de kwaliteit, die ze hebben ook al is het een eigenschap, waar deze maatschappij niets mee heeft. Juist zij zijn degenen, die zorgen voor een evenwicht in een ongevoelig geworden maatschappij!!
Interessant om te lezen hoe anderen hun hoogsensitiviteit ervaren! Er is bij mij veel herkenning. Wel vraag ik mij af of zulke onderzoeken ook al eens zijn gedaan onder oudere HSP’n, 50 jaar en ouder dus. Zelf zit ik namelijk in deze categorie, die enkel bestaat uit mensen die pas op latere leeftijd wisten dat ze HSP zijn. Hoe ouderen dit hebben ervaren en ermee omgaan in veranderende levensfasen, lijkt mij een mooi vraagstuk voor een (deel-) onderzoek.
Dag Ellen,
Graag reageer ik op jouw bovenstaand bericht. Zelf ben ik 78 jaar en schrijf een boek over hoe ik er in de verschillende levensfasen mee ben omgegaan, zonder geweten te hebben dat ik een HSP er pur sang ben. Ik kreeg het etiket paranormaal opgeplakt, zeer tegen mijn zin in. Een gewetensvolle zelfreflectie, daar gaat mijn boek over.